
Per 1 januari 2025 vervalt de tegemoetkoming die werkgevers kunnen krijgen voor werknemers met een laag inkomen. De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het lage-inkomensvoordeel (LIV) af te schaffen.
Het LIV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. Het LIV was bedoeld als stimulans voor werkgevers om vaker mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te behouden. Maar in de praktijk bleek dat de regeling maar beperkt bijdraagt aan het vergroten van de kansen voor deze groep.
Afbouw loonkostenvoordeel ouderen
Een werkgever die een medwerker aanneemt die ouder is dan 56 jaar en een uitkering heeft, komt in aanmerking voor het loonkostenvoordeel (LKV) ouderen. Het LKV ouderen bedraagt in 2024 € 3,05 euro per verloond uur, met een maximum van € 6.000 euro per jaar en voor maximaal de eerste drie jaar dat de werknemer in dienst is. Het LKV ouderen wordt vanaf 2025 stapsgewijs afgebouwd. Dat betekent dat het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024 wordt verlaagd (per 1 januari 2025) en afgeschaft (per 1 januari 2026). Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gewoon gelden.